|
De betrekkingen tussen Algiers en Nederland
De Nederlandse slaven in de garnizoensstad Algiers, sedert 1529 de meest westelijk gelegen voorpost van het Ottomaanse Rijk, hoopten vurig dat de Algerijnse kaapvaart zou worden uitgeroeid. De regering van de Republiek wist dat dat een illusie was en dat de Nederlanders met het bestaan van de kapers moesten leren leven. Zij hoopte zelfs op vriendschap met de kapers in wie zij bondgenoten in de strijd tegen Spanje zag. Van dat bondgenootschap kwam echter niets terecht en omdat Algiers en Den Haag het bovendien oneens waren over >vrij schip – vrij goed< en de lossing van gevangenen, waren ze in de zeventiende eeuw lange tijd in oorlog. In de achttiende eeuw bleek vriendschap wel mogelijk. De oude twistpunten werden bijgelegd, Nederlandse oorlogsschepen brachten regelmatig geschenken naar Algiers en de Turkse pas voorkwam botsingen tussen Algerijnse kapers en Nederlandse koopvaarders. Het bombardement op Algiers van 1816, waarna de laatste Nederlandse slaven vrijkwamen, luidde de ondergang in van de Algerijnse kaapvaart. |
|
|
|
Titel |
Kapers en kooplieden |
|
Ondertitel |
De betrekkingen tussen Algiers en Nederland |
Auteur |
dr. Gerard van Krieken |
Rubriek |
Maritieme geschiedenis |
Omvang |
112 Pagina's |
Formaat |
17,5 x 24,5 cm |
Uitvoering |
Gebonden, geïllustreerd |
Prijs |
€ 20,75 |
ISBN |
978 90 6707 460 5 |
Status |
Voorraad |
|
|
|
|
|
|